Costa Brava is méér dan zon en fiesta

Marc Kenis
6 min readJul 5, 2022

--

Al meer dan een halve eeuw is Spanjes meest noordelijke mediterrane kuststrook een drukbezochte topbestemming voor zomertoeristen vanuit onze contreien. Zonnen, watersporten en een bruisend nachtleven staan er hoog op het programma. Maar er is écht nog wel meer te beleven.

De Costa Brava werd sinds 1960 voor ons, Belgen zowat de eerste zomerbestemming richting massatoerisme. Een Spaans vakantieparadijs met goede accommodaties, zonzeker en op haalbare afstand voor autotoeristen die steeds talrijker de weg naar het zuiden gingen vinden. Het deerde niet dat er achter die auto ook nog een caravan of camping car mee moest: het comfort van de campings ter plaatse compenseerde ruimschoots de ongemakken van een lange autorit.

Wie zelf niet graag reed, kwam met de bus. De meest gefortuneerden namen het vliegtuig en settelden zich ergens in de aangroei van betonnen bunkers langs die ‘ruige kustlijn’ aan de Méditerranée. Een kustlijn die zich uitstrekt over ongeveer 120 kilometer vanaf Portbou, net over de grens met Frankrijk, tot in Blanes, onder Lloret de Mar, dat nog altijd het epicentrum is voor zonnevangers overdag én feestbeesten bij nacht.

De Catalaanse schrijver-journalist Ferran Agulló bedacht zijn streek in 1908 met de geuzennaam ‘ruige kust’, of Costa Brava, toen hij bij het uitzichtspunt van Sant Elm in Sant Feliu de Guíxols stond te turen naar de grillig overhangende rotskustlijn. Wist hij veel dat toeristen jaren later die naam Costa Brava vooral zouden associëren met de talrijke goudgele stranden en baaien die er tussen die rotspartijen verspreid lagen.

Authentieke vissersdorpjes

In de loop der jaren kreeg deze Costa stevige concurrentie van tal van andere, nog hippere zon- en strandbestemmingen in én buiten Spanje. Maar nu de Belg, na enkele magere jaren met coronarestricties, de weg naar de zon weer massaal heeft teruggevonden, staat — althans volgens de vakantiebarometer van Touring — de Costa Brava weer bovenaan als onze zomerse topbestemming voor autovakanties.

En laten we wel wezen: er is méér dat deze regio te bieden heeft dan de overvolle en oververhitte stranden en discotheken van Lloret en Tossa de Mar of Platja d’Aro. Ook rustzoekers, natuur- en cultuurliefhebbers of fijnproevers komen ruimschoots aan hun trekken. Naar originele vissersdorpen en -huisjes, ooit zo kenmerkend voor deze streek, is het wat intenser zoeken misschien, maar ze zijn er echt nog wel.

In de buurt van Llafranc en Calella de Parafrugell zijn ze opgegaan in een gemoedelijk toeristencentrum bij de zee. Nabij Palamós, in Cala s’Alguer, kan je ze nog bewonderen in vrij authentieke staat. Maak van de gelegenheid gebruik om ten minste ook een stuk van de Cami de Ronda te wandelen, het kilometerslange smokkelpad langsheen de kustlijn, met schitterende vergezichten, dat je langs de kliffen van dorp tot dorp en baai tot baai voert.

Middeleeuwse parels

Het hinterland van de Costa Brava herbergt niet enkel fraaie natuurparken en -bossen, maar ook gaaf bewaarde, middeleeuwse dorpen met robuuste herenhuizen en kerkjes, nauwe steegjes, aangename hoeken en pleintjes. Vaak verstild, al kan het er ’s zomers ook wel aangenaam druk worden. Peratallada is er zo één, met veel karakter, dat absoluut een bezoek verdiend. En waar ook fijnproevers zich kunnen laten verwennen.

In de buurt van Peratallada liggen nog meer schitterende kleinoden, zoals Ullastrett, Palau-Sator of Pals. Laatstgenoemde, dat het dichtst bij de kust tussen de rijstvelden ligt en er ook een beetje opzichtig boven de horizonlijn uit priemt, lokt ongetwijfeld de meeste bezoekers. In de verte, op een hoge rotspiek, prijkt ook nog het imposante fort van Montgrí.

En dan vergeten we bijna Begur, een charmant en pittoresk stadje met koloniale trekjes, bovenop een 200 meter hoge helling, die uitkijkt over zee. Ooit floreerde het, door koraalvangst en door de productie van kurk. Maar in de 19de eeuw trokken heel wat rijke kooplui weg uit de stad en emigreerden naar Zuid-Amerika. Met de rijkdom die ze er vergaarden, keerden ze later terug om in hun Begur stijlvolle koloniale optrekjes te bouwen.

Luwe bossen en schitterende tuinen

Weelderige bloemenpracht in de botanische tuinen van Cap Roig.

Voor fleurig natuurschoon moet je wat zuidelijker, op een andere rotskaap aan zee zijn: in de botanische tuinen van Cap Roig. Rond een kasteel met uitzicht op zee, liet de Engelse echtgenote van een Russische kolonel een verzorgde plantentuin aanleggen, opgeluisterd door tal van mooie beelden. Je struint er doorheen thematische tuinpercelen met cipressen en palmen, cactussen en tal van mediterrane en tropische bloeiers. In de zomer vindt er een vermaard muziekfestival plaats.

Helemaal verstild, maar niet minder mooi, wordt het als je verder landinwaarts trekt. Vanuit Calonge in de richting van Llagostera, kom je na een flinke klim door bosrijk gebied, voorbij het kunstenaarsdorpje Romanyà de la Selva. Piepklein en haast onopvallend, maar de moeite om er even halt te houden. In de buurt tref je, verscholen tussen de kurkeiken, de opmerkelijke prehistorische dolmen van Cova d’en Daina.

Tussen kurkeiken nabij Romanya de la Selva ligt de dolmen van Cova d’en Daina verscholen.

De rustige, maar soms pittig klimmende binnenwegen zullen ongetwijfeld sportieve fiesters kunnen bekoren. Tweewielers die het liever recreatief houden, halen hun hart op langs de Via Verde, een groene en autoluwe fietsroute tussen Girona en Sant Feliu de Guixols, die maar heel geleidelijk afdaalt richting kust.

Een stad met karakter

Wie cultuur boven sport prefereert, weet uiteraard dat de Costa Brava de heimat is van Salvador Dali, die in zijn geboorteplaats Figueres zijn eigen museum van het surrealisme heeft ingericht. Ook het nabijgelegen vissersdorp Cadaquès heeft een Dali-museum, in het huis dat de schilder met zijn muze Gala jarenlang bewoonde. Voor zijn geliefde Gala kocht Dali meer zuidwaarts, in Púbol, ook het kasteel van een lokale barones, waar hij na Gala’s dood nog twee jaar verbleef.

Een reis naar de Costa Brava is niet volledig zonder een bezoek aan de sfeervolle provinciehoofdstad van de regio, Gerona. Die ligt op een vijftigtal kilometer van zee, aan de oevers van de Onyar. De rivier scheidt de oude stad op de rechteroever, met karaktervolle oude gebouwen, de kathedraal en de goed bewaarde joodse wijk, van de nieuwe aan de overkant van het water. Vanop de stadswallen, die zich laten bewandelen, heb je een mooi zicht op het historische stadsdeel.

Vanop de Eiffelbrug kijk je uit op de kleurrijke gevels en de kathedraal van Gerona.

Parallel aan de rivier loopt de Rambla de la Llibertat, een sfeervolle wandelstraat met drukke winkeltjes en restaurants. Via een drietal bruggen — waarvan één met de signatuur van Gustave Eiffel — maak je de oversteek naar de moderne stad en krijg je een kijk op de kleurrijke gevels die tegen de rivieroever zijn aangebouwd. Ook modern Gerona heeft zo zijn charme en telt interessante gebouwen rond het sfeervolle Onafhankelijkheidsplein en een uitgestrekt stadspark.

De Costa Brava blijft één van de belangrijkste vakantiebestemmingen in Spanje voor een onbekommerde zonvakantie aan zee, in mondaine en iets te drukke badplaatsen die vooral ’s nachts bruisen. Maar ook wie het liever rustig aan doet, of wie tussendoor wel eens wat anders wil, hoeft er zich geen enkel moment te vervelen.

(Foto’s: M. Kenis/C. Van Rooy)

PRAKTISCHE INFORMATIE

ALGEMEEN
Catalaanse Dienst voor Toerisme
| www.catalunya.com
Toeristische Dienst Costa Brava-Gerona | www.costabrava.org
Tuinen van Cap Roig | fundacionlacaixa.org
Visit Pals | visitpals.com
Groene fietsweg Gerona-Sant Feliu | www.viesverdes.cat
Visitors Office Gerona | www.girona.cat

BEREIKBAARHEID
Met de wagen bereik je de Costa Brava via de Franse Autoroute du Soleil (A6-A7), of via Parijs-Clermont-Ferrand en Millau (A71-A75) na ca. 1200 km. Vliegen doe je op Gerona-Costa Brava Airport.

--

--

Marc Kenis

Journalism teacher @ Hogeschool PXL Hasselt (BE); travel reporter @ Reisreporter.be