Fiets mee door het rijke verleden van Bourgondië

Marc Kenis
7 min readSep 27, 2020

--

Semur-en-Auxois ademt de middeleeuwse charme van een Bourgondische vestingstad.

Onze bourgondische inborst danken wij Vlamingen aan een gedeelde geschiedenis met het volk dat in de late middeleeuwen een machtig en praalzuchtig rijk uitbouwde in het noordoosten van Frankrijk. Ondanks die verwantschap is Bourgondië ons vandaag niet meer zo vertrouwd en laten we de in cultuur gedrenkte regio, op onze vakantietrip naar de Zuid-Franse zon, meestal links liggen. Jammer, want in Bourgondië valt zoveel te ontdekken.

Dijon, Beaune, Chalon-sur-Saône en Mâcon: meer dan toevallige passantenhavens langs de A6-snelweg naar Lyon en het mediterrane zuiden zijn die steden meestal niet. Laat staan hun agrarische of beboste en niet zo dicht bewoonde ommeland. Auteur Bart van Loo slaagde er nochtans vorig jaar in om met zijn knoert van een boek over de Bourgondiërs de historische interesse voor Bourgondië opnieuw te doen oplaaien. Tijd om nu ook de regio zelf te gaan uitkammen. En hoe kan dat beter dan met de fiets?

Groene fietspaden

Want laat de Bourgogne, dat vandaag met het aangrenzende Franche-Comté één Franse regio vormt, nu net een mooi aanbod hebben aan verzorgde en gezapige fietswegen. Die zijn samen liefst 1700 km lang en bestaan hoofdzakelijk uit voies vertes waar je als fietser amper gehinderd wordt door ander, gemotoriseerd verkeer. Dat is op zich al een kleine luxe in la douce France.

Die groene fietswegen liggen voornamelijk langs oude kanaaltjes en op spoorwegzates, of leiden door het geprezen Bourgondische wijnland. Wij kozen er enkele uit die de moeite van een road trip zeker waard zijn. Maar let op! Anders dan bij ons, waar we via ons fietsroutenetwerk in rondjes toeren en ons vertrekpunt ook meteen weer aankomstpunt is, leiden de Franse voies vertes steevast in één richting. En dus moet je langs dezelfde route weer terug. Of je breit een creatief verlengstuk aan je uitstap, om weer uit te komen waar je vertrokken was.

Diverse touroperators bieden wel meerdaagse fietsvakanties aan, waarbij je van bestemming tot bestemming langs die groene paden steeds verder fietst. Je bagage wordt naar elke nieuwe fietslocatie nagebracht, zodat je onderweg niks hoeft mee te zeulen. Wij pakten het anders aan en nestelden ons telkens voor enkele dagen in een andere uitvalsbasis, om vandaaruit een nieuw stukje Bourgondië te ontdekken.

Door bossen en langs kanalen

De gotische grandeur van de kathedraal van Autun.

Het piepkleine Sauvigny-le-Beuréal ligt goed 100 km oostelijk van Dijon, aangeschurkt tegen het Regionaal Natuurpark van de Morvan, een dichtbebost en schraal bewoond bergland bezaaid met meertjes waar zeker mountainbikers hun hart kunnen ophalen. De Morvan herbergt ook enkele karaktersteden die het ontdekken waard zijn, zoals Avallon en bedevaartsoord Vézelay met zijn pompeuze basiliek La Madeleine. Of, meer zuidelijk, de Romeinse stad Autun die op haar beurt een prima uitvalsbasis is om, op een nabijgelegen heuveltop in de Haut-Morvan, de Gallische vesting Bibracte (Mont-Beuvray) met een bezoek te vereren.

Tussen Sauvigny en Dijon fietsen wij een lus die deels langs het idyllische Canal de Bourgogne heen leidt. Dit 18de-eeuwse kanaaltje vormde een belangrijke handelsroute tussen het Parijs achterland en de Saône op weg naar Lyon, maar heeft zijn economisch nut totaal verloren en dient vandaag enkel de pleziervaart. Langs het 242 km lange kanaal passeer je niet minder dan 189 sluizen, stuk voor stuk nog handbediend. Gelukkig hoef je als fietser niet overal te wachten tot de sluiswachter zijn poorten open zwengelt…

Knekelveld van de Galliërs

We volgen het kanaal van Montbard tot in Pouillenay en dwalen onderweg af naar de prachtig gerestaureerde abdij van Fontenay, oudste cisterciënzerabdij ter wereld. Bij Alise passeren we op een boogscheut het slagveld waar Julius Caesar in 52 v. Chr. het Gallische leger van Vercingetorix de finale slag toediende en staren we in verwondering naar het protserige beeld van de gedoemde Gallische veldheer op zijn eenzame heuveltop.

Wat verderop in Flavigny proeven we dan weer anijssnoepjes in het oude centrum van un des plus beaux villages de France, dat het decor vormde voor de romantische film Chocolat met Juliette Binoche en Johnny Dep. Op de terugweg passeren we ten slotte de fraai gelegen vestingstad Semur-en-Auxois. En daarmee hebben we er al een flinke speurtocht doorheen het rijke Bourgondische verleden opzitten.

Wijngaarden met naam en faam

Voor onze tweede uitvalsbasis kozen we Nolay, ook al zo’n stadje dat zijn middeleeuwse charme vrij intact wist te bewaren. Daarvan getuigen de 600 jaar oude open Markthallen met hun indrukwekkend houten gebinte. Nolay ligt aan de rand van de wereldwijd vermaarde wijnstreek Côtes de Beaune. Het is ons vertrekpunt voor een groene fietstocht die ons naar het historische hart van de stad Beaune leidt.

We zetten aan over een voormalig spoortraject richting Santenay en bevinden ons al snel tussen glooiende wijngaarden en chateaus met kleurrijk beschilderde pannendaken. Het statige chateau de Santenay, nu een bloeiend wijngoed, was in de 14de eeuw bezit van Filips de Stoute. Onderweg langs wijndorpjes met ronkende namen als Montrachet, Meursault en Pommard passeren we een mozaïek van zogenaamde ‘climats’, eeuwenoude afgezoomde wijngaarden met eigen waardevolle karakteristieken. Niet voor niets zijn ze UNESCO-werelderfgoed.

Aan een pleintje bij het gemeentehuis van Meursault houden we halt voor een glaasje druivennat. Dat statige gemeentehuis maakten Louis de Funès en Bourvil bekend in de memorabele komische oorlogsfilm La Grande Vadrouille. Na een deugddoende rit bereiken we Beaune, naast Dijon dé historische parel van de Bourgogne en thuishaven van de fiere hertogen van Bourgondië. Hier ben je wel even zoet met het uitkammen van de sfeervolle binnenstad. Uiteraard vergeet je daarbij niet de Hospices, het alombekende armenhospitaal met zijn schitterende architectuur en kunstbezit, waaronder Het Laatste Oordeel van onze Rogier van der Weyden.

Machtigste abdij der middeleeuwen

Onze derde pleisterplaats wordt Saint-Gengoux-le-National, in het arrondissement Mâcon. Vanaf het oude treinstationnetje volgen we opnieuw een vlotte voie verte over een voormalige spoorwegzate, die ons verkeersvrij leidt naar Cluny, één van de toeristische must-see’s van de Bourgogne. De rijke benedictijnerabdij van Cluny was in de late middeleeuwen het epicentrum van de katholieke macht, naast Rome uiteraard. En de abdijkerk, waarvan enkel de grondvesten bewaard bleven, was tot de bouw van de Roomse Sint-Pieter de grootste kerk ter wereld. Je zou het amper geloven als je door de gezellige straatjes van het kleine stadje waart.

Torens en kantelen van de abdij van Cluny.

De route naar Cluny leidt door een licht golvend groen landschap, bezaaid met ingeslapen oude dorpjes en fraaie kasteeldomeinen, zoals die van Sercy en Cormatin. Wie goede benen heeft, kan vanaf Cluny nog een heel eind verder dwalen langs het spoortraject, in de richting van Mâcon. Je passeert nog meer historische bijzonderheden, fietst doorheen de koele en donkere, anderhalve kilometer lange tunnel du Bois Clair en krijgt met wat geluk een zicht op de prehistorische rots van Solutré, een iconisch natuurmonument in het Bourgondische landschap.

Op visite bij Filips de Goede

Wie er zoals wij geen genoeg van krijgt, volgt ons terug noordwaarts naar het hart van de hertogenstad Dijon. Ook daar is het onbekommerd fietsen, zelfs over De Place de la Libération en langs het imposante Palais des Ducs en het Museum van Schone Kunsten. Ook de buurt la Chouette met de kathedraal Notre-Dame laat zich makkelijk per fiets verkennen. Heb je geen zin in het aangename geroezemoes van de statige binnenstad, dan kan je van bij het Kirmeer in alle rust de zuidzijde van het canal de Bourgogne verder gaan uitkammen.

Filips de Goede waakt voor het paleis van de Bourgondische hertogen.

Het contrast tussen de levendigheid en de grandeur van de Bourgondische kunststeden en de verstilde, haast desolate pracht van het platteland, het rijke wijnland naast de glooiende heuvels en de dichte bossen: de veelzijdigheid van dit stukje Frankrijk heeft ons keer op keer aangenaam verrast. Monniken en kasteelheren, machtige Bourgondische hertogen, ze leven enkel nog voort in onze memorie en in de luisterrijke verhalen van Bart van Loo en co. Maar de erfenis die ze hebben nagelaten in dit onbezoedelde stukje Frankrijk ligt hier, klaar voor ons om het te ontdekken. Moet je zeker maar eens gaan doen.

PRAKTISCHE INFORMATIE

Toeristische Informatie:

Bourgogne Tourisme | tel. +33 3 80 61 13 46
Le Bourgogne à vélo | Francevelotourisme.com

Bereikbaarheid:

De Bourgondische regio bereik je per auto over de snelweg (A26 via Reims en) A5 vanuit Parijs of de A31 vanuit Luxemburg.
De TGV vanuit Parijs brengt je op 1 uur en 40 minuten tot in Dijon.

Routeplan fietstochten:

Om en bij het canal de Bourgogne | Google Maps
Door de wijngaarden van Beaune | Google Maps
Naar de abdij van Cluny | Google Maps

Bezienswaardigheden:

Kanalen van Bourgondië | bourgognefranchecomte.com
Werelderfgoed: abdij van Fontenay | abbayedefontenay.com
Beaune | www.beaune-tourisme.fr
(Abdij van) Cluny | cluny-tourisme.com
Dijon | destinationdijon.com

--

--

Marc Kenis

Journalism teacher @ Hogeschool PXL Hasselt (BE); travel reporter @ Reisreporter.be